Een nieuwe TV kiezen, wat betekenen al die termen

Resolutie en ideale kijkafstand

Lange tijd geloofde ik in de standaard vuistregel dat het ideale formaat van de nieuwe TV makkelijk bepaald kon worden op basis van de kijkafstand. Die vuistregel was dat je de diagonaal in centimeters kon nemen en dan met 4 moest vermenigvuldigen. Om het juiste formaat TV te bepalen gebruikte je een meetlint vanaf de bank tot aan de plek waar de TV komt te staan en daar was je antwoord. Inmiddels gaat de oude vuistregel niet meer op, zonder je eerst af te vragen wat de resolutie van de nieuwe TV gaat zijn.

Resolutie is het aantal beeldpuntjes waaruit de TV bestaat. In de begindagen van de eerste kleuren TV waren die beeldpunten zo groot dat je ze kon tellen als je dicht genoeg bij het scherm kwam. Je moest dus een beetje afstand houden, om van het beeld te kunnen genieten. Simpelweg gezegd, hoe meer beeldpuntjes, hoe mooier en gedetailleerder het beeld is. Tegenwoordig is de oude vuistregel nog wel te gebruiken, maar moet je die vermenigvuldigingsfactor laten afhangen van de resolutie van de TV.

Sinds de komst van de “HD” televisie en nieuwere ontwikkelingen naar 4K en aanstaande het breder beschikbaar komen van 8K televisies, is wat ons betreft een oude “HD Ready” TV geen optie meer om nu nog nieuw aan te schaffen. Dit zijn typisch TV’s met een resolutie van 1366 x 768.

Dat we zo hard zeggen dat een HD Ready TV geen reële optie meer is, is enerzijds omdat de reguliere TV zenders steeds meer uitgezonden worden in HD resoluties (

Een 8K TV is nog veel kostbaarder dan een 4K TV en met beperkt aanbod in zulke hoge resoluties, zien we momenteel nog weinig nut om een 8K voor thuis aan te schaffen. Misschien als je een kamer als een echte bioscoop wil gaan inrichten en daar ook bijbehorende hoge kwaliteit beeldmateriaal voor hebt, dat het zin heeft… ? Maar de gemiddelde consument zal reguliere TV kanalen kijken, of streamen via Netflix et all, of beeld ‘casten’ van de mobiele telefoon naar het scherm van de TV. Voor 8K is zo enorm veel data nodig, dat dit ook hogere eisen aan het netwerk en de internetverbinding stelt. Momenteel is ons advies om te kijken naar een 4K TV, of een betere Full HD TV met een hogere verversingsfrequentie (meer daarover hieronder).

Resoluties:

Ons advies is om bij voorkeur naar een 4K TV te kijken, indien het budget het toelaat. 8K heeft nog geen zin. HD Ready adviseren we sterk om niet meer te overwegen. Een Full HD televisie is nog een prima optie voor wie een iets kleinere TV wil.

Formaat en ideale kijkafstand

Het formaat van een televisie wordt in inches berekent en weergegeven met een dubbele quote: “. Een inch is ongeveer 2,5 cm. Gangbare formaten zijn 32″,  vooral voor Full HD TVs en 43″, 50″, 55″ en 65” voor de 4K TV’s.

Om de ideale kijkafstand voor een specifiek formaat TV te bepalen, nemen we de resolutie mee in de overweging. De ideale kijkafstand voor Full HD is ongeveer 2,4 x de diameter, voor 4K is de vermenigvuldigingsfactor ongeveer 1,6.

Diameter tv Full HD (x 2,4)  4K  (x 1,6)
32 inch (81 cm) 194 cm 130 cm
43 inch (109 cm) 262 cm 175 cm
55 inch (140 cm) 336 cm 224 cm
65 inch (165 cm) 396 cm 264 cm

p.s. De diameter is gemeten van linksonder naar rechtsboven, of linksboven naar rechtsonder. Net wat je wilt. Maar alleen het deel waar het glas is, niet de kunststof rand rondom het scherm.

Wat is de verversingsfrequentie

Dit is een moeilijk en erg technisch onderwerp, waar vaak de meningen ook enorm over verdeeld zijn. De korte variant van de uitleg is dat het hier gaat om hoe vaak de beeldpuntjes ‘ververst’ worden. Er zijn meerdere synoniemen die hetzelfde betekenen: verversingssnelheid, vernieuwingsfrequentie, etc. Deze waarde geeft aan hoe vaak de techniek in het beeldscherm in staat is om de beeldpuntjes in het scherm iets anders te laten weergeven. Dit gaat om een getal per seconde, gemeten in Hertz (Hz). De term FPS of Frames Per Second wordt hier ook nog wel eens voor gebruikt.

Bij Full HD is dit vaak 50 Hz, soms 100 Hz voor een goede TV. Bij 4K zien we meestal 60 Hz, 100 Hz of 120 Hz. Beeldschermen bij computers komen vaak nog met hogere waarden als 144 of zelfs 200. Hoger is altijd beter. Maar voor een TV is het zinvol om je af te vragen wanneer het “genoeg” is. Hoger is meestal ook (veel) duurder. Een hogere verversingssnelheid resulteert in een vloeiender beeld. Hier beginnen echter de discussies over ‘maar het menselijk oog kan dat helemaal niet zien’. En ja, er is een maximum aan wat het menselijk oog kan zien.

60 Hz is voor veel mensen genoeg. Er is echter ook aangetoond dat mensen die naar TVs met een hogere verversingssnelheid kijken, minder snel hoofdpijn hebben dan wanneer ze langdurig naar een TV kijken met 60 Hz.

Persoonlijk is mijn voorkeur om voor een 100 Hz scherm te kiezen, het beeld lijkt voor mij wat rustiger. Is het budget aanwezig, ga voor de hogere vernieuwingsfrequentie.

Let wel op 1 dingetje, voor Smart Home enthousiastelingen: de Philips Hue Play synchronisatie box om Hue lampen mee aan te sturen ondersteund uitsluitend 60 Hz. Ditzelfde geldt voor het goedkopere alternatief voor dit apparaat, de Lytmi Neo 2 Sync Box (review hier).

LCD, QLED of OLED en QD-OLED of QNED

Bij een instapmodel of budget TV, vinden we meestal liquid crystal display oftewel LCD. Nadelen van een LCD TV zijn dat deze meer energie gebruikt, kleuren zijn minder fel en het contrast is minder sterk. Doordat de kristallen niet helemaal ‘dicht’ kunnen blijft er wat licht doorheen vallen en zijn er grijze vlekken op de plaats waar het zwart zou moeten zijn. Huidige Full HD TVs zijn over het algemeen allemaal LCD-gebaseerde televisies.

Een betere techniek is de light emitting diode, afgekort LED. Hier zijn de langwerpige lampen met vloeistof (TL balkjes) uit LCD vervangen door meerdere kleine LEDs die beter los van elkaar kunnen worden aangestuurd, wat de beeldkwaliteit verbeterd en vooral het contrast enorm verhoogt. LEDs zijn veel energiezuiniger. Inmiddels zijn er ook “mini-LED” TVs, dit verhoogt al het genoemde nog verder doordat er meer onderscheid gemaakt kan worden.

De nieuwste LED-varianten zijn OLED en QLED. Elk heeft eigen eigenaardigheden en ook de specifieke toepassing van in welke situatie de TVs van de ene, of de andere techniek, het beste tot hun recht komen. Idealiter kun je de TVs zelf met je eigen ogen bekijken in een winkel, zodat je de kijkhoek, de kleur, contrast, etc – de hele kijkbeleving zelf kunt waarderen en ervaren. Veel hangt af van wat je zelf precies mooi vindt; zoals het verzadigen van de kleur, donkerder of heel veel lichter en dynamisch, etc.

De verkorte uitleg is: OLED (organic light emitting diode) is het duurste type, maar biedt de hoogste contrasten met ‘zwart’ ook als echt diep zwart te laten zien, in plaats van een wat meer grijzige waas. OLED is namelijk een laag van organisch polymeer en het maakt het mogelijk om iets wat zwart moet zijn geheel uit te schakelen i.p.v. enkel te dimmen. Zwart is dus echt zwart. Normaal gezien heeft OLED ook de betere kijkhoek. D.w.z. als je wat meer schuin naar de tv kijkt is het beeld nog steeds goed zonder dat het beeld veel fletser is geworden, of missende kleuren. Verder is een OLED de dunste TV. De best mogelijke reactiesnelheid van OLED is hoger dan de QLED, ook voor gamers maakt dat OLED de meest gewilde versie.

OLED heeft wel een paar nadelen. Het belangrijkste nadeel is de prijs van OLED, het is prachtig om te zien, maar relatief duur om te maken. Daarnaast is het scherm minder fel doordat de mini LEDjes niet lang heel fel aan kunnen blijven staan, zonder op te  branden. In een situatie waar er veel direct zonlicht op de TV valt kan dit een nadelig effect hebben op de kijkervaring. Gemiddeld kiezen de meeste mensen voor OLED, als het budget voor de nieuwe TV groot genoeg is.

QLED is een wat goedkoper alternatief, waar de organische polymeer vervangen is voor een slim filter. Naast de wat lagere prijs en betere helderheid overdag is QLED door de gebruikte techniek ongevoelig voor inbranden van bijvoorbeeld een zenderlogo en de fabrikant (Samsung) beweert dat het betere, meer levensechte kleuren heeft. Dit is vooral een kwestie van persoonlijke smaak. Andere grote fabrikanten hebben varianten op de QLED techniek, zoals NanoCell van LG, die een mix is van LCD met een filter zoals bij QLED maar zonder organisch polymeer.

De allernieuwste ontwikkeling is QD-OLED (quantum dot organic light emitting diode) wat simpel gezegd OLED en QLED combineert. Het combineert de sterkte punten van OLED (contrast) en QLED (helderheid) en voorlopig zijn er nog geen negatieve kanten van bekend. Zodra er televisies zijn met deze techniek gaan we vast ook de negatieve kanten ontdekken. Tot slot is er QNED van LG, wat een combinatie is van Quantum Dot en NanoCell en de aanpak van het QLED filter, maar het kan nog altijd niet tippen aan OLED.

Kijkhoek

Een algemene tip voor het kiezen van de TV die we willen geven is dat bij de moderne televisies het van groot belang is om je als koper af te vragen hoe belangrijk de kijkhoek is. De kijkhoek is wanneer je vanaf de ‘zijkant’ naar de TV kijkt.

Bijvoorbeeld, de TV staat in het midden van de woonkamer en recht voor de bank. De eetkamertafel staat schuin van de TV. Hoe vaak komt het voor de je vanaf de eetkamertafel naar de TV wilt kijken? De kijkhoek kan dan erg ‘schuin’ zijn. Vaak is bij een goedkopere TV bij het kijken onder een schuine hoek weinig over van de mooie kwaliteit van de TV, vervaagde kleuren en weinig contrast. In het geval van een slaapkamer waar men vanuit het bed naar de TV kijkt, zal dit geen issue zijn. De slaapkamer van een kind, die overal vanuit de kamer wil kunnen kijken, is het misschien een ander verhaal.

TN, VA, IPS

Afkortingen en meer afkortingen. TN, VA en IPS zijn technologieën die gaan over de kristallen in LCD panelen. Deze termen worden vooral vaak in combinatie met computermonitoren gebruikt, maar af en toe wordt er ook over VA of IPS panelen gesproken bij TVs. TN (Twisted Nematic) is inmiddels een verouderde techniek, VA (Vertical Alignment) was daar de opvolger van.

Vooral voor gaming monitoren was TN nog lange tijd populair omdat het de beste verversingssnelheid kon bieden, maar grote nadelen als een slechte kijkhoek en lage contrast en vooral een ronduit slechte ‘kleurechtheid’ hebben TN panelen bij televisies geheel laten verdwijnen.

VA LCD panelen zijn er nog volop bij TVs. VA heeft 2 voordelen boven IPS (In Plane Switching) en dat zijn het hogere contrast en vooral: de lagere prijs. IPS panelen zijn vrijwel op alle vlakken beter, maar de belangrijkste voor TVs zijn vooral de enorm betere kijkhoek en de betere kleurechtheid bij IPS. De VA techniek wordt echter nog altijd doorontwikkeld en lijkt een come-back te maken.

Gaming

Met de vele spelcomputers die op een TV aangesloten kunnen worden en de snelle ontwikkelingen op dit vlak, is dit mogelijk ook een belangrijke overweging. Gaat er met een PlayStation, Nintendo of Xbox op de TV worden gegamed? Of misschien zelfs een Windows PC, nVidia Shield, etc. De eerder beschreven verversingsfrequentie is hier ook weer van groot belang, hoger is zeker beter.

Een ander punt is de aanwezigheid van FreeSync of G-Sync op de TV. FreeSync van AMD vindt je wel op de meeste TVs aangezien deze functionaliteit de fabrikant geen geld kost. nVidia daarentegen vraagt de fabrikanten om een vergoeding zodra ze de G-Synch functie op de TV beschikbaar maken. Welke van de twee relevant is, hangt af van het apparaat waarmee vooral zal worden gespeeld, dat op de TV aangesloten wordt.

De Xbox heeft alleen FreeSync (dus je wilt een TV met FreeSync ondersteuning). De Nintendo Switch heeft vreemd genoeg geen van beide, ondanks dat er een nVidia videokaart in zit en ook de PlayStation 4 en 5 hebben geen FreeSync of G-Sync. Kortom, alleen bij de Xbox maakt het (momenteel) wat uit en eventueel bij het aansluiten van een PC, waar het afhankelijk is van de videokaart (AMD of nVidia GeForce). De Nvidia Shield heeft natuurlijk G-Sync (Gamestream).

Smart functies

Een steeds belangrijker wordend onderwerp bij het kiezen van een TV is de slimme functies in de TV zelf. Het probleem van deze functionaliteit is dat het vaak na een paar jaren weinig tot niet meer ondersteund wordt door de fabrikant. Terwijl de TV zelf dan nog prima werkt, kan het maar zo zijn dat de ‘slimme’ functies van de TV erg dom geworden zijn. Een voorbeeld van een slimme functie is om Netflix op de TV te kunnen starten als een app. Dit breng ons ook gelijk bij het voorbeeld van een beperkt aantal jaren ondersteuning, er zijn al diverse ‘smart’ televisies waar de verouderde Netflix app niet meer op werkt.

Natuurlijk zijn er alternatieven om een TV slim te maken, met bijvoorbeeld de Google Chromecast, of een Amazon Firestick of een van de vele Chinese ‘sticks’ zoals Realme, Roku, etc.

Iets om op te letten is welke apps beschikbaar zijn in het slimme besturingssysteem van je aanstaande nieuwe TV. Tijdens een review van een Hisense TV (review 55A70GQ  hier) ontdekten we dat het niet vanzelfsprekend is dat alle streamingdiensten maar zo beschikbaar zijn via een ingebouwde app. HBO Max en Viaplay waren bijvoorbeeld beide nog niet beschikbaar op het Vidaa U OS. Andere voorbeelden van een besturingssysteem voor slimme televisies: Google TV, Android, Tizen (Samsung), WebOS (LG).

PayPal donatie
Waardeer je de bovenstaande informatie? Wij waarderen een donatie.

Linkjes op deze pagina geven ons een kleine affiliatie vergoeding. Het kost jou niets extra. Koop dus aub via een van onze linkjes. Dat maakt het ons mogelijk om deze informatie gratis aan jou aan te blijven bieden.